Bij binnenkomst trekt de prachtige schoolbibliotheek direct mijn aandacht. Én de twee schoolkonijnen, luisterend naar de namen Koko en Nijntje. “Er was een wedstrijd nodig om deze twee ‘originele’ namen te kiezen”, vertellen Heleen en Rosanne me lachend. Als we even later met een kop thee om tafel zitten, vertellen de twee onderwijsprofessionals me vol passie en enthousiasme over de ateliers van basisschool De Parel in Berlicum.
Het is te zien dat het team van De Parel een uitdagende leeromgeving toejuicht. Ze hebben schoolkonijnen, een moestuin, een podium, een mobiele keuken en natuurlijk de schoolbibliotheek. Heleen van der Nat, net begonnen aan haar negende jaar als directeur van De Parel, is trots op de nieuwe bibliotheek. “We zijn dit jaar gestart met LisT lezen. Dit betekent dat de kinderen elke ochtend lezen om het leesniveau, leesplezier en de leesbeleving te verhogen. We zijn ontzettend blij met al die nieuwe boeken in school.”
Extra aanbod via maak-, studie- en denk-atelier
De rijke leeromgeving is van grote meerwaarde voor de leerlingen en specifiek voor de kinderen die deelnemen aan één van de drie ateliers die De Parel heeft opgezet. Rosanne van Rooij is als zorgcoördinator en leerlingbegeleider één van de kartrekkers van de ateliers. “We hebben een meisje uit de bovenbouw dat deelneemt aan het maak-atelier. Zij vindt het prachtig om de verantwoordelijk te krijgen voor het verzorgen van onze schoolkonijnen. Die verantwoordelijkheid neemt ze ook. Dit meisje doe je geen goed als je haar de hele dag aan een tafel laat zitten om te leren en werken. Ze bloeit op van de handelende activiteiten in het maak-atelier. Dat vind ik belangrijk, leerplezier, leermotivatie en graag naar school gaan.”
Het maak-atelier is als het ware de doe-groep. Voor praktisch ingestelde kinderen die graag handelend leren en een cognitief vertraagde ontwikkeling hebben. Daarnaast is er het studie-atelier, voor kinderen die het leren leren moeilijk vinden. In dit atelier ligt de nadruk op taakaanpak, het komen tot werken en zelf oplossingen bedenken. Het denk-atelier is er voor leerlingen die makkelijk en snel leren. Leerkracht Linda Voets begeleidt in dit atelier kinderen met een hoger intelligentieniveau die behoefte hebben aan meer cognitieve uitdaging.
Het voordeel van groeperen
Heleen neemt me een stapje mee terug in de tijd en vertelt hoe ze tot de opzet van de ateliers kwamen. “We hebben hier op school een diverse groep leerlingen. We hebben kinderen met een laag intelligentieniveau en kinderen die juist een hoog intelligentieniveau hebben. En we hebben leerlingen die door gedragskenmerken net iets anders vragen. Voor al die individuele kinderen vroegen we arrangementen aan. Dit betekende dat we veel observeerden, overleg hadden en papierwerk invulden. Aan de ene kant heel waardevol om het proces goed in beeld te krijgen, maar het kostte het team ook ontzettend veel tijd en energie. Bovendien is het lastig om de arrangementen goed te organiseren en neer te zetten. Oftewel: om er de juiste handen voor in de klas te krijgen.”
Het team van De Parel is in overleg gegaan met het samenwerkingsverband en zelf gaan brainstormen. Hoe konden ze dit anders aanpakken? Heleen vertelt dat de constatering van het samenwerkingsverband dat de school veel arrangementen aanvroeg en de analyse van de school om welke aanvragen dat ging, de oplossing brachten. “Het bleek dat we door te groeperen aan zoveel mogelijk kinderen recht kunnen doen, met een zo laag mogelijke administratieve druk voor het team. Zo zijn de groepsarrangementen, de drie ateliers ontstaan. We hebben uitgewerkt aan welke criteria kinderen moeten voldoen om mee te doen aan een atelier. Daarna hebben we met het samenwerkingsverband gekeken hoe we de ontwikkeling van leerlingen goed in beeld brengen en hoe we vastleggen of we de gelden goed besteden. Het samenwerkingsverband financiert de groepsarrangementen binnen het maak- en studie-atelier. Het denk-atelier financieren we met NPO-gelden.”
Meer tijd voor leerlingen die reguliere programma volgen
De ateliers zijn er voor leerlingen van groep 3 tot en met groep 8. De kleuters krijgen een gerichte aanpak in de eigen klas. Rosanne vertelt dat het belangrijk is dat leerlingen in de eigen groep aan dezelfde doelen werken als in het atelier. “Kinderen krijgen één uur in de week les in het atelier en daarnaast ondersteunen we in de eigen groep. Die begeleiding in de eigen groep willen we verder uitbouwen. Na vorig schooljaar evalueerden we de ateliers met het team, ouders en leerlingen. We stelden vragen als ‘Hoe kijk je terug op het afgelopen jaar?’ en ‘Wat is nodig voor komend schooljaar?’. Zo bepalen we samen de volgende stap en ontwikkelen we continu door.”
Heleen knikt bevestigend. “Uit de evaluaties blijkt inderdaad dat de ateliers meer in de eigen groep plaats moet vinden. Zodat kinderen direct feedback krijgen en zien wat Rosanne, Linda of de groepsleerkracht bedoelt. Als het gaat over het totaalaanbod moeten we nog verder ontwikkelen. We zijn er dus nog niet en de complexiteit van het vak groepsleerkracht blijft, maar de ateliers hebben voor meer ‘lucht’ gezorgd. We hebben het aanbod voor deze groepen leerlingen specifieker gemaakt, waardoor de groepsleerkracht meer tijd heeft voor leerlingen die het reguliere programma volgen. Dit is een bijkomend voordeel. Elke leerling heeft recht op extra begeleiding, niet alleen de leerling die moeite heeft met leren of leren juist heel makkelijk vindt.”
Aan het einde van ons gesprek is me duidelijk dat Heleen en Rosanne nog volop ideeën hebben om de ateliers verder vorm te geven. Ze zien dat kinderen meer plezier krijgen in leren, ouders enthousiast reageren en ook het team de positieve veranderingen ziet. Opeens realiseren ze zich: wij mogen trots zijn op dat wat we met de ateliers hebben neergezet.
Doorontwikkelen van basis- en extra ondersteuning (thema 1)
In het nieuwe ondersteuningsplan van Samenwerkingsverband PO de Meierij staan vier thema’s centraal. Het ‘doorontwikkelen van basis- en extra ondersteuning op kind-, ouder- en schoolniveau om te komen tot inclusief onderwijs’ is één van de thema’s. De kern van dit thema: we zetten steeds vaker in op ondersteuning binnen de groep, van leerkracht en team, om zo de basis- en extra ondersteuning te verstevigen. Daarbij dragen we gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor kinderen binnen een wijk of dorp. Transparantie, flexibiliteit, vertrouwen én het betrekken van ouders zijn hiervoor randvoorwaarden.
In bovenstaand interview vertellen Heleen van der Nat en Rosanne van Rooij over het doorontwikkelen van basis- en extra ondersteuning op kind-, ouder- en schoolniveau. De andere praktijkvoorbeelden vind je op deze pagina. Wil je geen verhaal missen? Volg ons dan via LinkedIn.
Tekst: Marleen Ceelen