Voor het schoolhek staat een schoolklas klaar om naar de gymles te gaan, op het plein spelen kinderen in de herfstzon en bij de entree begroet een kleuterjuf me enthousiast. Terwijl ze me de weg wijst in school, komen twee kinderen haar een knuffel geven. “Mijn klas van vorig jaar”, zegt ze lachend. Er is volop bedrijvigheid in de Franciscusschool in Zaltbommel, waar Madelijn, Pauline en Harm me vertellen over de pilot ‘inclusief onderwijs’ die zij hebben opgezet.
De pilot bestaat uit een groepsarrangement dat is opgezet voor acht kinderen uit groep 3. Zij krijgen extra ondersteuning van een remedial teacher en leerkrachtondersteuner. Dit gebeurt buiten en in de klas en op vaste momenten in de week.
Succesvolle start in groep 3
Pauline Hilbers vertelt wat de aanleiding was om de pilot te starten. Pauline is orthopedagoog en net begonnen aan haar vierde schooljaar als intern begeleider. Eerder werkte ze als onderwijsadviseur, gericht op het jonge kind. “Vorig schooljaar zag ik in de groepen 1 en 2 veel leerlingen waarvan we vermoeden dat ze problemen hadden met het leren van schoolse vaardigheden. Ze pakten dingen niet snel op en hadden veel herhaling in verschillende situaties nodig. Ook hadden ze veel aandacht van de leerkrachten nodig. We bespraken met het samenwerkingsverband hoe we deze leerlingen in groep 3 succesvol tot lezen en rekenen konden brengen. Hoe we ze in onze school kunnen bieden wat ze nodig hebben. En hoe we de leerkrachten kunnen ondersteunen, zodat zij de ruimte krijgen om de juiste hulp te kunnen bieden. We wilden deze kinderen niet allemaal individueel begeleiden, maar waren op zoek naar een clusterarrangement. We wilden ze als groep opvangen en vanuit die gedachte kwamen we tot de pilot.”
Madelijn Lourens werkt net als Pauline als intern begeleider op school. Na ruim twintig jaar, waarin ze eerst als leerkracht en de laatste vijf jaar als intern begeleider werkt, kent ze de school en de omgeving goed. “Samen met de leerkrachten en het samenwerkingsverband zijn Pauline en ik betrokken bij de pilot. Zo hebben we een brede denktank. We hebben de pilot opgezet om de acht kinderen extra ondersteuning te bieden, maar het is ook een onderzoeksfase. Een fase waarin we kijken welke ondersteuningsbehoefte de leerlingen hebben en of ons aanbod daar nog goed bij past. We hopen dat deze kinderen een vooruitgang gaan laten zien.”
Thuisnabij naar school
De pilot sluit goed aan bij het doel van het samenwerkingsverband om de basis- en extra ondersteuning te verstevigen. Waar nodig krijgt een leerling nog wel één-op-één ondersteuning, maar steeds vaker zet het samenwerkingsverband in op ondersteuning binnen de groep, van de leerkracht of het team. Harm de Kroon werkt als ondersteuner passend onderwijs bij samenwerkingsverband PO de Meierij. Samen met zijn collega Annemiek van Warmerdam is hij betrokken bij de pilot op de Franciscusschool. Harm vertelt dat hij het initiatief voor deze pilot waardeert. “Als school staan jullie open voor deze pilot. Jullie hebben als doel om de leerlingen hier thuisnabij onderwijs te kunnen blijven geven. Daarvoor hebben deze leerlingen op dit moment een andere vorm van begeleiding nodig. Met deze pilot kiezen jullie niet voor een individueel arrangement voor elke leerling maar voor een groepsaanpak. Dat vind ik mooi. Leerlingen leren zo van en mét elkaar.”
Pauline vertelt dat de groep van acht kinderen erg divers is. “Er zitten veel verschillende kinderen in deze pilotgroep. Kinderen voor wie Nederlands niet de moedertaal is, kinderen waarbij we vermoeden dat er een taalontwikkelingsstoornis is, maar er zijn ook kinderen met andere problematieken. We hebben veel oog voor hoe wij leerkrachten kunnen ondersteunen en helpen zodat zij met ál deze kinderen kunnen werken.”
Leerkrachten met een open houding
De leerkrachten reageren positief weet Madelijn te vertellen. “Leerkrachten voelen zich gezien en gehoord doordat we regelmatig met elkaar in gesprek gaan. Ze hebben het gevoel dat wij en het samenwerkingsverband ze serieus nemen. Omdat de pilot nog in een onderzoeksfase is, bespreken we wat wel lukt en wat niet. Leerkrachten hebben daarin een open houding.”
Harm vertelt dat ook hij die open houding ziet. “Leerkrachten kijken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerlingen. Wat hebben zij nodig om tot leren te komen. En wij kijken naar de leerkrachten en denken met ze mee. In hoeverre kunnen wij het voor hen haalbaar en passend maken. Wat hebben zij nodig om te kunnen voldoen aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerlingen. Daarin coachen en begeleiden wij de leerkrachten.”
Extra aandacht, creatieve werkvormen en een veilige setting
Hoewel de pilotgroep pas een aantal weken draait, vertellen Madelijn en Pauline graag over de mooie dingen die ze zien gebeuren. Madelijn ziet de veilige setting als groot voordeel. “In deze groep kunnen de leerlingen dingen oefenen in een veilige omgeving. In de eigen klas zullen ze dat minder snel kunnen of doen. Dat is te spannend. We zien bijvoorbeeld dat de kinderen elkaar helpen of elkaar dingen uitleggen die ze hebben geleerd. Ik zie dat als een grote meerwaarde.” Pauline is enthousiast over de creatieve werkvormen die de remedial teacher en leerkrachtondersteuner bedenken. “Via handelend leren en bewegend onderwijs proberen zij de leerlingen begrip bij te brengen. Om daarna de transfer te maken naar het onderwijs op papier. Dat hebben deze kinderen nog echt nodig.”
Harm is het hier volledig mee eens. “Je ziet dat de kinderen profiteren van de extra aandacht en afgestemde begeleiding die we ze in de pilot kunnen geven. De aandacht voor leerstrategieën, de manier waarop ze instructies krijgen, het taalaanbod, de vele herhalingen, het extra inoefenen. Deze leerlingen hebben dat echt nodig. In de pilotgroep doen ze succeservaringen op die ze meenemen in de grote groep. Je ziet de eigenwaarde en het zelfvertrouwen groeien en dat is heel goed om te zien.”
Op de vraag ‘Wat is jullie doel?’ antwoorden Pauline en Madelijn bijna in koor. “Dat door de inzet van de pilotgroep de kinderen, op het eigen niveau, mee kunnen gaan doen in de grote groep. Dat is de inclusieve gedachte.”
Doorontwikkelen van basis- en extra ondersteuning (thema 1)
In het nieuwe ondersteuningsplan van Samenwerkingsverband PO de Meierij staan vier thema’s centraal. Het ‘doorontwikkelen van basis- en extra ondersteuning op kind-, ouder- en schoolniveau om te komen tot inclusief onderwijs’ is één van de thema’s. De kern van dit thema: we zetten steeds vaker in op ondersteuning binnen de groep, van leerkracht en team, om zo de basis- en extra ondersteuning te verstevigen. Daarbij dragen we gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor kinderen binnen een wijk of dorp. Transparantie, flexibiliteit, vertrouwen én het betrekken van ouders zijn hiervoor randvoorwaarden.
In bovenstaand interview vertellen Madelijn Lourens, Pauline Hilbers en Harm de Kroon over het doorontwikkelen van basis- en extra ondersteuning op kind-, ouder- en schoolniveau. De andere praktijkvoorbeelden vind je op deze pagina. Wil je geen verhaal missen? Volg ons dan via LinkedIn.
Tekst: Marleen Ceelen