3 september 2024

‘WEL in ontwikkeling’ helpt kinderen die niet staan ingeschreven op een school om wél in ontwikkeling te komen en blijven

‘Een onderwijssysteem waarin ieder kind welkom is’ dat is waar SWV PO de Meierij én Dietske en Gerben voor gaan. Om dit te bereiken, is samenwerking tussen primair en voortgezet onderwijs belangrijk. Het is dus geen verrassing dat Dietske en Gerben samen aan tafel zitten. Met het project ‘WEL in ontwikkeling’ helpen ze kinderen die om medische of psychische redenen geen onderwijs volgen en thuis zitten.

Gerben Elissen is ondersteuner passend onderwijs bij samenwerkingsverband VO de Meierij. “We zien het niet alleen in onze regio. Het is een landelijk probleem. Te veel kinderen in Nederland gaan langere tijd niet naar school omdat ze geen passende onderwijsplek kunnen vinden. Ze zitten thuis, terwijl ze recht hebben op onderwijs. Het onderwerp ‘thuiszitters’ staat hoog op de onderwijsagenda. Hoe krijgen we de groep kinderen in beeld en vooral: hoe krijgen we ze weer in ontwikkeling.”

Samenwerken en van elkaar leren

Met de door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegekende subsidie ‘WEL in ontwikkeling’ werken samenwerkingsverbanden PO en VO de Meierij samen met onderwijs- en jeugdhulppartners en gemeenten aan maatwerkoplossingen voor deze kinderen. “We merken dat het juist in deze casussen écht meerwaarde heeft om als primair en voortgezet onderwijs samen op te trekken. We leren van elkaar. Het gaat vaak om kinderen die (bijna) de overgang van de basisschool naar de middelbare school maken. Bovendien zijn het ingewikkelde trajecten en dan is het fijn als je elkaar kunt helpen om scherp te blijven.” Aan het woord is Dietske de Vries, schoolondersteuner bij samenwerkingsverband PO de Meierij. “Gerben en ik werken aan de casussen met onze collega’s Gerrie van Heel en Lisette van den Berg.”

Luisteren zonder oordeel

Gerben vertelt dat elke casus grofweg bestaat uit drie fases. “We starten met een waarderend interview met ouders en kind. In dat gesprek gaan wij naast de ouders staan. We luisteren naar hun verhaal, zonder te oordelen. Ik sprak eens met ouders die me vertelden dat zij nooit meer van een hulpverlener wilden horen: we gaan dit regelen. Dat heb ik zó goed onthouden. Wij kunnen namelijk niet op voorhand zeggen dat we het gaan regelen. We kunnen wél beloven dat we naast hen gaan staan, samen optrekken en ons best doen.”

Dietske vult Gerben aan. “Het zijn emotioneel beladen gesprekken. Vaak gaan we naar mensen thuis en sommige situaties raken ons ook écht. We gingen naar een kind dat al langere tijd thuis zat. Dat lezen is één ding, maar het ook echt zien, ervaren en beseffen. Dit kind zat elke dag op de bank, keek televisie en had moeite om de dagen zinvol te besteden. Dat raakte mij zó. Meestal komen er tijdens het gesprek ook tranen, bij de ouders of het kind. Omdat wij geen oordeel hebben, voelen ouders zich altijd gehoord. Dat zorgt voor een fijne start. En zoals Gerben al aangeeft, wij beloven geen gouden bergen. We zijn er voor hen, om samen te bekijken hoe we het kind en soms ook de ouders weer in beweging kunnen krijgen. De eerste fase eindigt met een wensdroom van het kind en de ouders.”

Invulling geven aan de wensdroom

Gerben legt uit hoe het daarna verder gaat. “De wensdroom is het startpunt voor de tweede fase: het reisbureau. In deze fase staat de ‘reis naar ontwikkeling’ centraal. Het team van het reisbureau bestaat uit sleutelfiguren die helpend zijn om de ‘reis naar ontwikkeling’ van het kind uit te stippelen. Uiteraard zijn dat de ouders of verzorgers, maar verder kan het iedereen zijn. Oma of opa, een tante, een leerkracht of de buurman. Ons uitgangspunt is dat het personen zijn waar de ouders en het kind zich prettig bij voelen. Eén van ons brengt de casus in en draagt inhoudelijk de verantwoordelijkheid. De ander is als reisleider verantwoordelijk voor het proces.”

Dietske knikt bevestigend. “De wensdroom blijft centraal staan. En we focussen ons niet op beperkingen, maar juist op kansen en mogelijkheden. We gaan op zoek naar oplossingsrichtingen. En dat kan echt van alles zijn. Soms lijkt een idee in eerste instantie heel gek, maar is het wel de aanzet tot een goed idee. Uiteindelijk trechteren we al die ideeën en komen we tot één idee om de ‘reis naar ontwikkeling’ vorm te geven. Met dit idee gaan we terug naar de ouders om te vragen of zij het een oplossingsrichting vinden om te onderzoeken. Dat is het beginpunt van fase drie. En soms komt uit het reisbureau naar voren dat een kind nog niet klaar is om de wensdroom te realiseren. Dan verschuift de wensdroom naar de langere termijn en werken we op korte termijn eerst aan de randvoorwaarden om later die wensdroom te kunnen realiseren.”

Belangrijke stappen zetten

Gerben vertelt dat ze nu inderdaad een jongen begeleiden voor wie de derde fase begon met een oplossing voor de korte termijn. “Deze jongen heeft een duidelijke wens om weer naar school te gaan. Tegelijkertijd is hij nog niet schoolrijp. We werken nu met hem aan de randvoorwaarden om later alsnog zijn wensdroom te kunnen realiseren. Socialiseren, voelen, ervaren, spanning opbouwen en reguleren. Dat begon met kleine stappen: loop eens een leeg schoolgebouw binnen, ga in de pauze eens in de aula tussen leerlingen zitten en uiteindelijk heeft hij een les gevolgd. Het is mooi om te zien dat een kind onder begeleiding van iemand die hij kent en vertrouwt deze stappen kan zetten.”

Dietske vertelt verder. “Om dit te realiseren, hebben we twee scholen benaderd. We hebben duidelijk uitgelegd wat onze vraag aan hen was in deze casus. Het is heel fijn dat zij hiervoor open stonden en hem een kans wilden geven. En hoewel hij zijn wensdroom nog niet heeft gerealiseerd, heeft hij belangrijke stappen gezet.”

Meer kinderen helpen

Het is duidelijk: Dietske en Gerben zijn enthousiast over de mooie stappen die kinderen met dit traject maken. “We willen graag meer kinderen helpen en staan te trappelen om dit mooie traject vaker uit te rollen. Daarom gaan we binnenkort met de leerplichtambtenaar en jeugdartsen in gesprek. We willen hen wijzen op dit prachtige project. Dat is nodig omdat dit kinderen zijn die we als samenwerkingsverbanden niet in beeld hebben. Juist omdat ze niet staan ingeschreven op een school. We zijn dus afhankelijk van de leerplichtambtenaar en jeugdartsen. Zij geven een vrijstelling voor onderwijs af en kunnen ons vervolgens wijzen op deze kinderen. Samen kunnen we bouwen aan een oplossingsgericht en passend onderwijs- en ontwikkelaanbod voor (potentiële) thuiszitters!

 

Samenwerkingsverband als netwerkorganisatie om te komen tot inclusief onderwijs: partners voor inclusie (thema 4)

In het nieuwe ondersteuningsplan van Samenwerkingsverband PO de Meierij staan vier thema’s centraal. ‘Het samenwerkingsverband als netwerkorganisatie om te komen tot inclusief onderwijs: partners voor inclusie’ is één van de thema’s.

De kern van dit thema: we geven onderwijs en zorg samen vorm, door nauwe (fysieke) samenwerking met (onderwijs)partners, jeugdhulp, voorschoolse voorzieningen en voortgezet onderwijs. Zo zorgen we voor vroegsignalering, preventie en een doorgaande ontwikkelingslijn.

In bovenstaand interview vertellen Dietske de Vries en Gerben Elissen over dit thema. De andere praktijkvoorbeelden vind je op deze pagina. Wil je geen verhaal missen? Volg ons dan via LinkedIn.

Tekst: Marleen Ceelen in opdracht van Zuiver C.

Ook interessant

Nieuwe Raad van Toezicht versterkt koers naar inclusief onderwijs

Routekaart PO-VO overstap nieuwkomers (Oekraïense leerlingen)

Campagne Daarom Praktijkonderwijs van start